Het zal niemand van mijn leeftijd ontgaan zijn, dat de
spreektaal in een waanzinnige versnelling zit. De jeugd en jong volwassenen zijn
er een kei in. Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken, dat ook zij veel
snelle praters niet verstaan. Dat leid ik af uit het aantal maal, dat het
evenzo snelle ‘sorry?’
klinkt. Ook aan dat woord heb ik flink moeten wennen. Was sorry voorheen een
verontschuldiging, nu betekent het zoiets als: ‘Wat zegt u?’ Grotendeels van de tijd dat ik het ‘sorry’
hoor, is mijn antwoord: ‘Wilt
u dat laatste nog eens herhalen?’
Er niet op voorbereid, klinkt dan weer het ‘sorry?’ Het is niet de snelheid waar ik mijn
nek over breek, ook de hoogte van de stem is in de meeste gevallen een
stoorzender in mijn oren.
Ik heb pas nog
bij ‘Schoonenberg’ mijn gehoor laten testen om uit te sluiten, dat óók mijn
hoorvermogen op z’n retour is. Dat is gelukt.
Ik weet, ik ben
niet de beste verstaander. Vaak moet ik eerst een woord op papier zien voor ik
weet wat er wordt bedoeld. De weg van het visuele is voor mij toegankelijker.
Maar toch.
En bovendien,
in een telefoongesprek werkt dat niet. Misschien de reden waarom ik
‘telefoonangst’ heb.
Vanmiddag nog.
Een cursus ‘verhalen schrijven’ lijkt me wel wat. ‘Kan in
elk geval geen kwaad’, om Monique te citeren. Dus meld ik me telefonisch aan
bij het NTI. Nog wel van oorsprong hét taleninstituut van Nederland. En schriftelijk.
Het begint al
bij het keuzemenu. Het bandje klinkt veel te zacht. Ik span me in om te
verstaan wat er gezegd wordt, tevergeefs. De keuzemogelijkheden zijn voorbij en
ik word automatisch doorverbonden met de afdeling… ’Joost mag het weten’.
Ik krijg Joost
dan ook meteen aan de lijn. Ik versta geen woord van wat er gezegd wordt. Af en
toe denk ik er een op te vangen en Brein maakt er van wat mogelijkerwijs gezegd
wordt.
Mijn antwoorden
komen traag en onzeker. Ik word in beslag genomen door een zeer dringende zin.
‘Kunt u opnieuw beginnen met uw praatje en dan langzaam en duidelijk?’ Hij is
al over de helft schat ik, dus vind ik mijn vraag niet erg op z’n plaats.
Ik doe het
niet, en tob dus verder. Bezopen eigenlijk. Ik ben tenslotte de klant en wil me
aanmelden voor een cursus. Klantvriendelijkheid bestaat naar mijn mening ook uit
‘zich verstaanbaar’ maken. Dat hoor je toch geleerd te hebben: je houding bij
de klant aanpassen?.
Ik moet
bekennen, dat ik vergeten ben om me op de waarschijnlijke vragen voor te
bereiden. Ik heb er dus mijn aandeel in. Ook de reden waarom ik niet durf te
laten weten er geen bal van te verstaan. Ik reageer maar een beetje op de gok. En
heb wel het idee, dat het eindresultaat overeenkomt met wat ik wil.
Maar, werk aan
de winkel voor mij. Als ik overdonderd word, moet ik me niet van mijn stuk
laten brengen. Er moet een manier bestaan om mezelf te kunnen herpakken. Een
aandachtspunt voor therapie.
Bij de Mcdrive loopt
het nogal eens anders af. Er is volgens mijn kinderen geen betere saus, dan de
fritessaus van McDonalds. Gemiddeld ligt er in onze koelkast een bakje of zeven.
Neemt de voorraad af, dan is het tijd voor een bezoekje aan de Mac. In de regel
goed te combineren met het halen van een Macmaaltijd. Voor de kinderen, want ik
vind het geen eten.
Zoals ik mijn
eerste bezoek aan de Mcdrive heb gelachen, is om nooit meer te vergeten. De
bestelling van de kids heb ik in mijn hoofd. Als ik aan de beurt ben, krijg ik
een hele riedel naar mijn hoofd. Ik versta een enkel woord. Waaronder ‘goedenavond’
en ‘bestelling’ Dan wordt het stil en ik ga ervan uit dat ik aan de beurt ben.
Ik begin aan mijn opsomming: 1 hamburger, 1 BigMac, waarop
de voor mij totaal onlogische reactie: ‘Alleen
een broodje?’ Met stomheid
geslagen laat ik weten, dat ik er wel wat tussen wil. Ik hoor het mezelf zeggen
en barst in lachen uit. ‘Dat
was ‘t?’, komt de
slotvraag veel te snel. Ik vervolg mijn opsomming, weer dat ‘sorry’. Mijn
hemel, volgende keer ga ik wel naar binnen. Dit schiet niet op. Na twee
herhalingen verschijnt op de display ‘frites groot’. Dan wordt het pas echt
verwarrend. Of ik er fritessaus bij wil. Jaha, nou en of, tien bakjes. Ik noem
het aantal en het wordt even stil aan de andere kant. ‘Sorry’, iets onzekerder nu. Ik herhaal het
aantal gewenste bakjes. Het wil er niet in. Ik krijg als wedervraag: ‘Drie?’. Ik weer, ‘Tien’. Het wordt even helemaal stil. Ik
veronderstel dat ze er versterking bij haalt. Later begrijp ik, dat ze met mijn
voorganger uit de rij afrekent en gewoon even geen tijd voor mij heeft. Voor
het gemak gaat ze verder met: ‘Dat
was ‘t?’ Nee dus.
Ik heb in die kleine pauze ook even kunnen nadenken. Ik
vraag nu om vijftien bakjes frittessaus, in de hoop dat het getal vijftien
beter te verstaan is via de intercom. De wedervraag luidt nu: ‘Vijf?’ Ik barst in lachten uit en eenmaal tot
bedaren gekomen laat ik, geïrriteerd en enigszins wanhopig nu, weten dat ik
geen andere woorden tot mijn beschikking heb om het duidelijk te maken. De flow is er duidelijk uit bij mijn
gesprekspartner. Ik denk dat ze nu op de modus luisteren staat, want op mijn
laatste poging: ‘Vijftien bakjes
fritessaus’, is het meteen
raak. Pfff…
De kipnuggets
volgen nog. Ook met saus. Ik zeg maar, dat ik er geen saus bij wil. Ik heb echt
geen zin in een herhaling.
augustus 2011
Marianne
Geen opmerkingen:
Een reactie posten