Onze puberzoon
overhandigt mij deze morgen een groen A-viertje. Een vage herinnering zet mij
in de ‘gooi maar weg’-stand. Het is info over deelname aan de Anglia lessen.
Een mogelijkheid om extra lessen Engels te volgen en in het voorjaar af te
sluiten met een internationaal erkend examen. Handig voor toekomstige
studenten, die in het buitenland hun vervolgstudie willen doen. Als ze hun
certificaat halen geeft die toegang tot de meeste Engelstalige hogescholen en
universiteiten. Omdat mijn kids zich niet méér willen
inspannen dan hoogstnoodzakelijk is, voor wat dan ook, ga ik er onmiddellijk
vanuit dat het wel op de oud-papier stapel kan. Mijn insinuerende opmerking:’Dat
kan zeker meteen weg’, blijkt misplaatst. Ik reageer stomverbaasd als hij mij
laat weten er wel aan deel te willen nemen want ‘het is zijn beste vak’. Ik
juich het uiteraard van harte toe. Goh, het lijkt wel of hij de laatste tijd
begint te begrijpen, dat het tijd wordt om serieus te gaan leren. Hij begint
zich te realiseren dat hij ooit zal moeten werken en dat zijn huidige
prestaties daarop van invloed zijn. Gisteravond zat hij tijdens het avondeten
te brainstormen over een mogelijke studierichting. Hij vroeg mij zelfs wat mijn
werk van voorheen nou precies inhield. Onderzoeksvaardigheden dus, was zijn
logische conclusie. We bespraken
verschillende arbeidsmogelijkheden. Stratenmaker leek hem wel wat, na een
verscheidenheid aan mogelijkheden na te zijn gegaan, die als saai, van de hand
werden gedaan. In elk geval was hij in een ding duidelijk. Rijk worden met zo
min mogelijk inspanning. Nog niets veranderd sinds zijn kleuterjaren. Arme
jongen, nog zo veel te leren.
Vanmiddag wordt
duidelijk, dat hij hard zijn best doet om zijn ideaal te bereiken.
Meneer de Vos belt. De
naam zegt me niets. Hij stelt zich voor als de mentor van Jelmer. Het muntje
valt. Geen idee wat de reden is van zijn telefoontje. Die wordt mij al snel
duidelijk. De vraag waarom wij niet naar de 10-minuten gesprekken zijn gekomen,
verrast me. Ik weet van niets en laat dat dan ook weten. ‘Hebben wij de
brief niet ontvangen met de uitnodiging?’ Ik pieker me suf, maar moet het
antwoord schuldig blijven. Heeft u niet onlangs een enveloppe met rapport en
brief ontvangen? Ik herinner me wel een enveloppe met een scorelijst
betreffende de VAS toetsen en ja daar zat een brief bij (die ik niet gelezen
heb). Die post was geadresseerd aan een klasgenoot, die ook Prins als
achternaam heeft. Haar moeder belde mij erover. Dat laat ik meester de Vos dus
weten. Misschien de reden van enige onduidelijkheid.
We praten even verder, want er schijnt
iets niet te kloppen. De leerkracht informeert mij over Jelmers functioneren.
Dat blijkt ver onder de maat te zijn, dus vond hij het vreemd, dat wij niet op
de avond met de gesprekjes waren verschenen. Hij heeft het maar over Jelmers
rapport, maar ik heb geen rapport gezien! Het begint te dagen. Hij heeft ons
het rapport inclusief brief helemaal niet gegeven! Zit misschien nog onder in
zijn tas, zo nalatig is hij wel. Meester de Vos vertelt uitgebreid hoe het er
voor staat met onze zoon. Duits: 1,2; Frans 3,.; Engels 5,.;enzovoorts. Al met al komt meneer 6 volle punten tekort!
Zijn werkhouding en gedrag zijn ronduit slecht. Mijn mond valt letterlijk open,
verbazing en ongeloof vechten om voorrang. En dat rapport dan? Fenna heeft ons
ook geen rapport laten zien, dus er zijn geen rinkelende bellen ontstaan.
Dat gaat vandaag nog aangepakt worden, laat ik de mentor weten.
Dat gaat vandaag nog aangepakt worden, laat ik de mentor weten.
22 november 2011
Marianne