zondag 4 augustus 2013

Beursdagje


Drie keer met je ogen knipperen en je verruilt de Negen Maanden Beurs voor de 50+ Beurs. Nou ben ik een oude moeder, maar toch.
In de trein naar Utrecht merk ik het al: geen mobiele bellers, maar ‘gezellig’ kletsende ouwe mensen. Lief en ik zijn niet van die kletsers, bovendien zien we elkaar dagelijks. We proberen wel af en toe ook eens wat tegen elkaar te zeggen, anders valt het zo op.
Maar liever zit ik met mijn ogen dicht bij te komen van het ritje naar het station en het beklimmen van de ‘Appel’. De Alphense gloednieuwe fietsenstalling. De eerste lege plekjes vinden we pas helemaal bovenaan. Ik ben kapot als ik uiteindelijk op het perron sta. ‘Waar ben ik aan begonnen’, denk ik dus als ik met dichte ogen de dag probeer te overzien. Ik prent mezelf de reden van de gang naar de Beurs nog eens in. Inspiratie opdoen. Daar heb ik een andere instelling voor nodig en die haal ik naar boven en maak het de hele treinreis zo sterk als ik kan.
Eindpunt van deze trein. Er staat Utrecht Centraal op het bord, dus dat klopt wel. Iedereen eruit. Verdwalen is onmogelijk. We volgen de enorme grijze stroom. Gelukkig waaiert het wat uit in de stationshal. Dat voelt veel rustiger.
Ik heb al mijn aandacht nodig om alleen al in de Jaarbeurs te komen. Dat is nog een heel eind lopen. Pff… binnen. En daar staan we dan. Verloren te zijn. Ik stel me acuut afhankelijk op. Laat Lief maar bepalen. Zij heeft daar meestal wel een voorkeur in. Ze kijkt, met de toppen van haar vingers in haar mond, om zich heen. Helpt blijkbaar om te oriënteren.  Ah, een flinke bak met programmaboekjes. Net op tijd. In het middengedeelte een plattegrond. Dat is mooi. En nu? Ach, we gaan maar naar rechts. Zien we later wel hoe of wat we willen.
Verkeerde pad, blijkt al gauw. Een stroom aan collectebussen komt op ons af. Naast de bussen hebben de collectanten ook priemende doch vriendelijke blikken. Kortom, je kan er niet onderuit. Is ook nogal onbeleefd in deze situatie, vind ik. En als Lief ergens een hekel aan heeft zijn het collectebussen inclusief collectanten. Dat wordt weinig lol.
Een korte toelichting betreffende Liefs specifieke afkeer. Als er iemand altijd bereidt was te storten was zij het wel. Maar tijden veranderen en wie heeft er tegenwoordig nog een beurs vol muntgeld? En trouwens, briefjes van vijf liggen ook niet voor het oprapen. Het is makkelijker en logischer als ze met een pinautomaat rondgaan. Kunnen ze die bussen niet leegroven ook, zoals onlangs de KWF gebeurde.
Lief vind het te shamefull om de portemonnee onderuit haar tas te rommelen en na uitvoerig zoeken een muntje van twintig of vijftig eurocent te vinden en in de betreffende bus te deponeren. Het schaamrood vliegt je toch naar de kaken? En dan nog heel vriendelijk bedankt worden ook! Belachelijk, wat ons betreft. Dus het is een volmondig ‘Nee’ geworden.  Net zo shamefull wat mij betreft, maar in elk geval duidelijk. Ik ben ook bereid het uit te leggen, dus wie maakt me wat. Maar Lief krijgt een heftige allergische reactie. Ze heeft een paar jaar gecollecteerd voor het Prinses Beatrix Fonds. Dat was bij ons in de wijk. Steeds als ze haar belden van het fonds, zei ze maar weer ‘ja’,  tot haar eigen ergernis. Het is geen collecteren, maar leuren aan de deuren, zo heeft ze ervaren. Als het Leger des Heils haar dan ook verzoekt collectant te willen worden, is ze bereid haarfijn uit te leggen wat de reden van haar weigering behelst.
Dat wordt weinig lol als het zo doorgaat. Eigenlijk heb ik er meteen de pee in. Mij spreken ze trouwens nooit aan. Zeker niet als ik met Lief ben. Ik loop als een soort debiel aanhangsel achter Lief aan. Ik houd me volslagen achterlijk en loop dan ook met een gezicht rond van ‘ik heb geen idee waar het over gaat en je kunt me maar beter niet aanspreken’.
Na het pad met armlastige goede doelen komen we automatisch terecht in het Vakbondenpad. Net zo vervelend. Krijgen we allerlei politieke vragen naar ons hoofd geslingerd. Of het mij wat interesseert. Ik moet er niets van hebben. Temeer omdat ze never nooit bereid zijn het standpunt van een ander te respecteren.
We hebben nu beiden spijt van onze komst, ook al noemen we het niet aan elkaar. Is te demotiverend. Na zo’n twintig minuten worden we veel minder aangesproken en kunnen we wat rustiger rondkijken. Zo, dan eerst maar plassen, koffie en gratis appeltaart. Erg lekker, die appeltaart. Dan nu maar eens kijken waar we echt belangstelling voor hebben. We komen er ternauwernood achter waar we ons bevinden, laat staan hoe we verder moeten gaan. Ik zie alleen maar gekleurde vakjes. Ach we lopen de hallen maar rond en zien wel.
Struikelden we eerst over de buggy’s en de kinderwagens, nu over boodschappenkarretjes, rollators en stokken. Dat wisten we van tevoren en toch is het de moeite van het opmerken waard! Net als de aanwezigheid van incontinentiemiddelen versus luiers. Tena Lady in plaats van Pampers.
Er is teveel om op te noemen, uiteraard. Ik begin ook niet aan een opsomming van zaken waar ik niks mee heb. Overigens ben ik ook niet incontinent en heb ik net nog geen rollator nodig. Dat terzijde.
Ah, een ‘veilige stand’, de NVVE. Daar stap ik meteen op af. Kijken of er nog nieuws is. Ik krijg met een royaal gebaar de ‘laatstewilpil’. Een heel rolletje zelfs. Meteen onderwerp van gesprek. Met gelijkgestemden praten is altijd leuk! Jammer dat ze geen toepasselijke stickers hebben. Dan kon ik de Stichting promoten.
Er is trouwens op de hele Beurs geen sticker of button te vinden. Die hype is duidelijk voorbij. Balpennen zijn er nog altijd volop. Lief haalt ze overal vandaan. Ik schaam me dood. Maar ze hebben bij de overblijf altijd gebrek aan pennen, dus!
Intussen heb ik al behoorlijk platte voeten en begin ik te wankelen. Ah…massageapparatuur. Kijk, dat loopt goed. Of liever: zit goed! Voor ik in de gaten heb wat er gebeurt zitten Lief en ik beiden in zo’n waanzinnig goedzittende massagestoel. Ze worden voor ons aangezet. En de komende tien minuten gaan we heerlijk relaxen. Nu zit ik toevallig aan het looppad en mensen schijnen de behoefte te hebben mijn genotzalige uitstraling te verstoren door naast me te komen staan en enigszins jaloers getinte opmerkingen te plaatsen. Of ik er meteen voor hen uitspring, zodat zij ook even kunnen. Nou, mooi niet! Heerlijk zo’n massage. In deze stand verkopen ze ook elektrische handmassage apparaten. We zijn verkocht en kopen er een. Zo, dat is binnen.
Het volgende dat ons trekt is een kraam van museum Het Dolhuys in Haarlem. Het nationaal museum van de psychiatrie door de eeuwen heen. De stand trekt ons met een van ‘buitenaf’ tafereel. Een oude houten stoel achter een vensterbank rode geraniums. Er hangt een camera voor het ‘venster’. Of ik op de foto wil, wordt er aan mij gevraagd. Ja, leuk! Ik achter de geraniums. Eindelijk op mijn plaats. De foto is vanaf vrijdag zestien september op de site van het museum te bewonderen. Voor de geïnteresseerden volgt hier het website adres www.hetdolhuys.nl/nieuws
We gaan weer verder en naderen de afdeling schoeisel. Overal zie ik inlegzooltjes en met die zere voeten….En ja hoor, ik koop een paar. Goed dempend, lekker zacht. Zo, kan ik nog wel een uur.
De knutselafdeling. Leuk om te kijken. Er zijn zoveel mogelijkheden om kaarten te maken. Echt mooi. Helaas heb ik die tijd al ver achter me gelaten. Wie moet ik in vredesnaam een kaart sturen? Nee, dat laat ik lekker voor anderen.
Voor de rijke ouderen onder ons, die er meer dan genoeg zijn, is er ook genoeg te zien om geld aan uit te geven. Variërend van campers, wirlpools, sauna’s en bestemmingen te over voor luxe, verre reizen. Wij gaan voorbij.
Bureaustoelen trekken mijn aandacht. Wij hebben er nog een nodig. Ik ga zitten en val er bijna meteen weer af. Dit is een heel bijzondere zit. Het is een kwestie van actief zitten op een SpinaliS stoel en de zit lijkt alsof je op een orthopedische bal zit. Geweldig. Helemaal mijn ding. Niet die van Lief. Die houdt van een stevige ondergrond. Het zit super. Voortdurend je houding corrigeren: houdt je soepel. Ik zit natuurlijk per ongeluk op het duurste exemplaar. Daar hebben Prinsen een neus voor. Schrik niet, deze kost 2200 euro. Ik moet er definitief afscheid van nemen. Zie ik ook eens wat, maar ik moet het doen met mijn inlegzooltjes.
Wat ik op de Beurs mis zijn producten voor overgangsverschijnselen. Dat moet toch wel aftrek vinden, lijkt mij. Een overgangsconsulent zou op z’n plaats zijn. Maar misschien heeft de ervaring geleerd, dat het gemiddelde publiek de overgang al achter zich gelaten heeft.
Hierop aansluitend, verwachtte ik ook de meest mooie waaiers te kunnen aanschaffen. Het beste middel om opvliegers de baas te worden, maar… helaas.
Eigenlijk ben ik het behoorlijk zat. Een normale stap is niet meer te zetten. Ik loop of tegen mensen aan, of tegen tassen. Ik wiebel hoe langer hoe meer op een been in afwachting van ruimte om mijn andere been neer te zetten. We gaan naar huis. Maar op de terugweg ziet Lief nog van alles en kan zich maar moeilijk lostrekken. De ene tas van het assortiment ‘lekker weg in eigen land’ na de andere wordt op de valreep nog mee gegrist. Dat moet wel, want mijn geduld is op.
Eenmaal thuis natuurlijk lekker masseren. Het hele gezin blijkt er gek op te zijn. Zoiets had ik al  ingeschat. De volgende ochtend ga ik door mijn rug. Nou ja, even kalm aan dan is het snel weer beter.
Al met al best een geslaagd dagje uit, saampjes.



 14 september 2011
Marianne

Door een andere bril


Tussen-de-middag heb ik aan Lunchzwemmen gedaan.
Alsof je met je broodje tussen je tanden baantjes zwemt. Oud brood wordt aangeraden, anders ben je het zo gauw kwijt…
Hoe moet je het anders zeggen? Ik heb Lunch gezwommen, of geluncht tijdens het zwemmen, of baantjes getrokken en na elk baantje een hap mogen nemen?. Hoe dan ook, een ongelukkige combinatie. Tussen 11.00 en 12.00 uur is het Banenzwemmen, tussen 12.00 en 13.00 uur Lunchzwemmen. Ik zie het verschil niet.
De term moet maar eens aangepast worden. Babyboomzwemmen lijkt me erg geschikt. Babyboombanenzwemmen. Doet me denken aan het ‘biba bebi boek’ van marjolein mattaar. Een veel voorgelezen boek aan mijn dochter toen ik een biba bebi in mijn buik had. In die tijd zaten de bebi’s nog in de ‘belle bolle buiken’ van hun mama’s. Nu dobberen ze rond in het babyboombad. Liefs’ leeftijdgenoten.
Tijden veranderen nu eenmaal. Twintig jaar geleden waren er tijdens het Lunchzwemmen grotendeels hoog bejaarden, enkele profs, zo leek het mij en min of meer mislukte huisvrouwen zoals ik. De rest werkte en had echt geen tijd voor Lunchzwemmen.
Het kost me erg veel moeite om op tijd te komen voor het Lunchzwemmen. Het is niet de tijd maar meer de moeite die het me kost, om er te komen. Het lukt me, op een haar na.
Mijn ergernissen aan van alles en nog wat, zijn niet voor de poes. Een flinke kater zou er zijn bek aan vol hebben. De bekende problemen met het kluisje zijn erger dan ooit. Het kost me drie keer heen en weer lopen en zeker acht pogingen om de correcte combi te vinden. Puur gokken, dit keer. Inmiddels heeft de ervaring mij geleerd dat ik niet de enige ben. Dat heeft tot gevolg dat ik nu luid mopperend van me laat horen in de hoop op bijval.
Een komisch voorval doet me glimlachen. De onlogische vraag:Wat zou ik nou echt willen? wordt er door getriggerd. Blijkbaar ligt het antwoord startklaar, als gevolg van het leuke voorval. Het antwoord is er eerder dan de vraag.
IK WIL LOL! Ik heb waanzinnige zin om plezier te hebben en me gek te lachen. De beste therapie die er bestaat. Daarmee bedoel ik niet om in een groep voor de k z’n k stompzinnig te gaan zitten neplachen.
Ik ben een groot liefhebber van programma’s als lachen om homevideo’s. Als enige van het gezin schiet ik voortdurend in de lach en veeg af en toe de tranen van mijn wangen van het schaterlachen. Leuk voor zoonlief. Die gaat me zitten nadoen. Pestjong. Als ie z’n zus niet kan pakken, pakt ie wel een van z’n moeders.
 Trouwens het werkt alleen als ik mijn lolbril op heb. Gisteren las ik pas over het bestaan ervan. Ik wissel mijn verliesbril maar eens om voor mijn lolbril. Zo is het leven een stuk aangenamer.
Op slag krijg ik ontzettend veel zin in ons uitje morgen. Naar de 50+ beurs. Dat wordt loltrappen.






13 september 2011
Marianne

Verdwaald


Compleet de weg kwijt. Depressie trekt aan me. Ik geef er deels aan toe. Zie er niets verkeerds in. Erger nog: het voelt alsof het, het beste voor mij is. Het meest logische ook. Ik voel nergens houvast. Alles lijkt ineens veranderd. Lijkt, want ik voel de dreiging al ietsje langer. Hoe kan het ook anders? Eenmaal een beetje opgekrabbeld, blijft er maar een weg over: terug naar beneden. Zo gaat dat bij mij. Altijd.
Lief en ik waren vanmorgen even op verjaardagvisite bij haar (pas gescheiden) zus. Zit daar een compleet andere, onbekende populatie, op een enkel familielid na. Het is dan ook vier jaar geleden dat ik hier was. Sinds het desastreuze weekend.
Ik waan me 20 jaar terug en neem een heel ander gezelschap waar. Jonge gezinnen, erg veel kinderen. Het leek voor mij altijd, dat je pas meetelde als je kinderen had. Ik heb er nooit aan kunnen wennen, die krankzinnige drukte. En toen ik eenmaal kids kreeg, bleef dat gevoel doodgewoon voortbestaan Mijn kids waren ook anders. Hoorden er niet echt bij. Er bestond geen bloedverwantschap.

Wat een contrast met nu! Het is het enige dat opvalt, al die vreemde vrouwen. Het is niet erg, maar volslagen onbekend en ik heb er helemaal niets mee. Ik ben ook niet van plan om er ook maar een fractie aan te veranderen. Ik zit. Luister naar geroezemoes. Ik heb niets te melden, niets te delen, niets aan wie dan ook iets te vragen. Ook nu tel ik totaal niet mee. Het enige verschil is, dat ik er niet meer van in paniek raak. Waarom zou ik, we gaan toch zo weer weg. Zolang niemand me aanspreekt red ik het wel.
Hé daar is Wilma, een bekend gezicht. De reactie is er nog. Die van spontaniteit. Net op tijd kan ik me inhouden. Zij was vier jaar geleden voor mij de aanleiding om volledig door het lint te gaan. Tijdens, en vooral ook na, dat ‘gezellige’ familieweekend. Ik maakte veel kapot. We zijn sindsdien gebrouilleerd met hen en enkele andere familieleden. Ik zeg ze wel gedag als ik binnenkom. Verder negeren we elkaar volledig.

Eenmaal weer thuis, ben ik de kluts kwijt. Eigenlijk zoals altijd als ik ‘ergens’ bij anderen ben geweest. Ook Lief kan haar draai niet vinden en gaat maar weer eens op de fiets naar het Centrum.
Ik voer een gesprekje op msn en weet daarna niets te bedenken. De veranderingen op de site zijn nu een nekslag voor mij. Het trekt niet meer. Heb er niets te zoeken en ik voel me nu ook veel te kwetsbaar om een ‘onbekende’ chat binnen te gaan. Een chat, die eerst zo vertrouwd was, waar ik me thuis voelde. Een tijdje was het alles voor me, die site. En nu? Bijna niemand kent me nog. Het loopt op z’n eind. Als mijn bundel uitkomt is er niemand meer, die weet wie ik ben. Er zal geen enkele interesse zijn om het te willen aanschaffen. Pech gehad! Ik ga slapen, zolang ik kan.

Schrijven lukt ook niet meer. Ik kan niets meer bedenken en blokkeer. Zoals ik wel ken van vroeger. Opnieuw een (hopelijk tijdelijk) verlies. Het deed me zo goed en nu …ik kan alleen maar stilte schrijven.

En dan de angst voor al het nieuwe dat gaat komen. Het afscheid van Francien heb ik een plaatsje weten te geven. Het is goed zo. Maar de komende therapie jaagt me enorme angst aan. En de komende bridgecursus. Pff…
Wat moet dat allemaal worden?

Citaat:

Hoi Francien,
Hopelijk krijg ik mezelf naar het zwembad gesleurd vandaag.
Groet,
Marianne


Hoi Marianne,

Ik zie het, helemaal verdwaald. Je bekijkt de wereld door de ‘verliesbril’, overal zie je bevestiging voor de dingen die voorbijgaan/geweest zijn. Dat is ook heel begrijpelijk in deze tijd. Maar of je er blijer van wordt?
Soms helpt het om in het hier en nu te blijven, niet verder te kijken dan de dag van vandaag. Je hebt Lief en je kids en de dieren. En er kan nog meer bijkomen vandaag.
Ik denk dat je het wel zelf moet doen, want als ik zo naar buiten kijk gaat de zon vandaag niet voor vrolijkheid zorgen! Dus toch maar jezelf naar het zwembad ‘sleuren’ en daarna jezelf verwennen met een pot thee, koekje, lekker geurkaarsje. Zo ‘viert’ mijn jongste altijd op maandagmiddag; dat de kop van de week af is.(en op dinsdag wil hij cola om te vieren dat er al 2 dagen om zijn, begrijp je!).  Maar misschien weet jij nog iets anders om het jezelf even naar de zin te maken vanmiddag.
Sterkte vandaag
Francien

Hoi Francien,
komt wel goed, schatje… (ken je die reclame?).
Ik kan vanavond nog zwemmen. Ben nog niet verloren voor vandaag.

Groet van mij


10 september 2011
Marianne


Aankondiging einde gesprekken


Ongemerkt ben ik er toch weer ingelopen. Ik signaleerde het al eerder, maar deed er niets mee. Het voelde te goed en nu is het te laat. Aangeslagen ben ik, nu het nadert. Sterker nog, ik weiger het woord te gebruiken en laat het niet bestaan.
Angst nam de touwtjes in handen vanmorgen. Het verwarde me. Verstrikt in emoties en in taal. Ik voel me nietig en klein. Rechten worden mij ontnomen. De ander bedreigt mij. Ik ontwijk blikken en sputter maar wat. Vanbinnen val ik volledig stil. Alles trekt zich terug en laat mij zondermeer achter.
Even later, bij Hoogvliet, ben ik de kluts helemaal kwijt. Ik weet niet wat ik in mijn handen moet houden en wat ik in mijn tas kwijt wil. Ik houd alles stevig vast, bang om te verliezen. De volgorde van handelingen ben ik vergeten. Ik moet verward zijn over gekomen, bedenk ik me later pas. Levensmiddelen zeggen mij niets. Gelukkig heb ik een briefje. Ik kan wel lezen, maar de woorden wijzen niet rechtstreeks naar de producten. Kortsluiting. Ik zie zoveel bekends om me heen, maar er zit iets tussen mijzelf en de buitenwereld. Een dikke dempende laag. Ik kan alleen maar reiken. Deze toestand is mij erg bekend. Meer dan ik wil verdragen.

Kwijt
Er is iets
Weggeslagen

Een troef uit handen
Een brok uit de muur
De oevers van een rivier
De benen van een driehoek

Ik weet niet wat
Alleen
Dat het teveel moet zijn

(Marianne, maart 1984 Spoorloos Traject)


6 september 2011
Marianne


Op de Wip


Wakker geworden door Frustratie,  eist de borderliner in mij zijn plek op. Hij bedreigt mij met Passiviteit. Bleef het daarbij, dan viel het nog wel mee, maar nee. Hij laat mij vrijwel geen keuze en ik twijfel of ik het weet om te buigen naar een tussenvorm.
 De borderliner is razend sterk en maakt mij blind, zoals liefde kan doen. Het ruikt aan mijn bezigheden en snuffelt aan mijn plannen. Schudt meewarig het hoofd. Je kunt wel inpakken, zegt hij mij. Nou, dat zullen we nog wel zien, is mijn zwakke verweer. Zwak, omdat het me al in zijn greep heeft. Het is voor mij onmogelijk om onder zijn strenge regiem te functioneren als een weldenkend mens. Hij schettert in mijn oren en ik sputter slechts wat. Pfff… waar haal ik de kracht vandaan om hem tegenstand te bieden.
Hij heeft mijn maten ingelijfd en met elkaar houden ze mij tot twaalf uur in bed. Het moment waarop ik in het zwembad wilde zijn. Ik zwicht en maak mezelf wijs dat ik morgen wel ga.
Even later wil ik de krant lezen. Een van de activiteiten die ik sinds lang heb opgepakt. Ik doe aan koppensnellen, alleen de columns wil ik lezen. Om eerlijk te zijn, lukt me dat nog niet echt. Als alternatief knip ik ze uit, voor later. De stapel neemt in omvang toe. Ach, leuk voor later. Later? Welk later?, bestookt Borderline mij met deze schampere vraag. Mja…, dat vraag ik me ook af.
Het steekt. Ineens maak ik me afschuwelijk veel zorgen over mijn cursus ‘Verhalen en korte Romans schrijven’, waarvan ik gisteren het materiaal ontving. Angst doet mij denken aan de vorige cursussen die ik onlangs nog, ongebruikt en onder een dikke laag stof, onder mijn bed haalde en weggooide. Ik vrees voor herhaling.
Het schiet me te binnen, dat ik de cursus op proef heb gevraagd. Net op tijd ben ik Borderline te slim af. Haha! Na het afwegen van de voor- en nadelen, maak ik de voorzichtige beslissing om de cursus binnen de komende maand, terug te sturen. Het is doodgewoon niet het goede moment. Ik heb andere priotiteiten.
Zo, dat voelt goed en lucht op. Een ding tegelijk, nietwaar. Borderline is het er niet mee eens. Die wil iets heel anders. Hij haat de gulden middenweg en is groot voorstander van Alles of Niets.

Het Alles heb ik een paar dagen geleden met veel innerlijke strijd verlaten. Op weg naar? Het Niets, daar probeert Borderline mij nu naartoe te krijgen. Naar opnieuw de totale passiviteit.


12 augustus 2011
Marianne

Talent


Toen mijn zoon overging van het basisonderwijs naar het voortgezet onderijs, maakten wij kennis met een geheel nieuw fenomeen. Niet alleen voor ons, evenzo voor de school. Wat bij mijn dochter nog de naam keuze curriculum had, werd omgetoverd tot talentklas. Het eerste klonk nog wel interessant. Het had iets met Latijn, dacht ik. En mijn meisje van twaalf jaar kreeg dat toch maar! Het stelde niet veel voor.
Om de zes weken kregen ze de keus de volgende periode aan een onbekend vak te snuffelen. Een leuk idee. Het zwakke punt zat ‘m in dat kiezen. De minder getalenteerde, gemakzuchtige, ongeïnteresseerde en ronduit luie leerlingen kozen de lanterfantvakken. Natuurlijk hoorde mijn dochter daarbij. Zij had geen idee wat welk vak inhield en je kiest niet voor het onbekende en ongewisse als je mijn genen bezit. Wat mij betreft schoot dit lesonderdeel om die reden zijn doel voorbij. Wij hoopten dus, dat de talentklas meer te bieden had.
Mijn zoon, met overeenkomstige genen als zuslief en moeders, wist het niet. Het kwam er op neer, dat hij helemaal niet koos. Toen het briefje ingeleverd moest worden, pushte wij als ouders hem te kiezen voor de multitalentklas. Zo’n woord beloofd nogal wat, naar mijn idee. Het werd een ramp en het lukte de school maar niet, om er inhoud aan te geven dat eerste jaar. Het werd afgeschaft. De leerlingen mochten een ‘andere richting’ kiezen. Hij koos voor sport, de lefgozer, dat betekende in elk geval geen huiswerk. Nou, daar heb je wel wat spierpijn voor over. Binnen drie maanden had hij een liesblessure, opgelopen tijdens een potje voetbal in de pauze met zijn vrienden. Hij bleek helemaal geen sporttalent te bezitten, wat we allang wisten natuurlijk. Ook hier bleken moeders genen te zegevieren. Liever lui dan moe. Natuurlijk deden wij ons best onze kids te stimuleren zich wat ondernemender op te stellen. Tevergeefs. Krijg die kinderen van mij maar eens gemotiveerd! Bij voorbaat vergeefse moeite. Alweer een aardje naar hun…

Vanmorgen lees ik in de krant, dat ons zestienjarige buurmeisje van twee huizen verder, zich gekwalificeerd heeft voor het NK judo. Hartstikke leuk maar ook erg AU! Haar zus studeert medische wetenschappen en wil chirurg worden. Ons naaste buurmeisje en de buurjongen van twee huizen verder de andere kant op, studeren aan het conservatorium. Ik heb ze allemaal als baby in mijn armen gehad en nu…wauw! En mijn kinderen dan? Hoe zit dat met de verdeling van talenten? Ik bedoel, wij wonen in hetzelfde rijtje! Of hebben wij hun talenten nog niet ontdekt en dus niet kunnen stimuleren. Daar geloof ik niet in. Ze zijn middelmatig. Vallen niet op. Steken nergens boven uit en gedragen zich te terughoudend en bescheiden en worden dientengevolge zelfs over het hoofd gezien. Waarom steekt dat bij mij? Is het niet goed genoeg?

Talentloos, net als ik. Ach wat! Wij zijn gewoon de middenmoot, de opvullers en aangevers. Wij maken de voorzetten, waardoor anderen kunnen scoren. Zonder ons zouden er geen sterren bestaan, geen talenten de ruimte hebben zich te ontwikkelen. Zonder ons, zou er een groot mankement in de maatschappij zijn en als een blokkentoren omvallen.


12 november 2011
Marianne