Drie keer
met je ogen knipperen en je verruilt de Negen Maanden Beurs voor de 50+ Beurs.
Nou ben ik een oude moeder, maar toch.
In de trein
naar Utrecht merk ik het al: geen mobiele bellers, maar ‘gezellig’ kletsende
ouwe mensen. Lief en ik zijn niet van die kletsers, bovendien zien we elkaar
dagelijks. We proberen wel af en toe ook eens wat tegen elkaar te zeggen,
anders valt het zo op.
Maar liever
zit ik met mijn ogen dicht bij te komen van het ritje naar het station en het
beklimmen van de ‘Appel’. De Alphense gloednieuwe fietsenstalling. De eerste
lege plekjes vinden we pas helemaal bovenaan. Ik ben kapot als ik uiteindelijk
op het perron sta. ‘Waar ben ik aan begonnen’, denk ik dus als ik met dichte ogen
de dag probeer te overzien. Ik prent mezelf de reden van de gang naar de Beurs
nog eens in. Inspiratie opdoen. Daar heb ik een andere instelling voor nodig en
die haal ik naar boven en maak het de hele treinreis zo sterk als ik kan.
Eindpunt van
deze trein. Er staat Utrecht Centraal op het bord, dus dat klopt wel. Iedereen
eruit. Verdwalen is onmogelijk. We volgen de enorme grijze stroom. Gelukkig
waaiert het wat uit in de stationshal. Dat voelt veel rustiger.
Ik heb al
mijn aandacht nodig om alleen al in de Jaarbeurs te komen. Dat is nog een heel
eind lopen. Pff… binnen. En daar staan we dan. Verloren te zijn. Ik stel me
acuut afhankelijk op. Laat Lief maar bepalen. Zij heeft daar meestal wel een
voorkeur in. Ze kijkt, met de toppen van haar vingers in haar mond, om zich
heen. Helpt blijkbaar om te oriënteren.
Ah, een flinke bak met programmaboekjes. Net op tijd. In het
middengedeelte een plattegrond. Dat is mooi. En nu? Ach, we gaan maar naar
rechts. Zien we later wel hoe of wat we willen.
Verkeerde
pad, blijkt al gauw. Een stroom aan collectebussen komt op ons af. Naast de
bussen hebben de collectanten ook priemende doch vriendelijke blikken. Kortom,
je kan er niet onderuit. Is ook nogal onbeleefd in deze situatie, vind ik. En
als Lief ergens een hekel aan heeft zijn het collectebussen inclusief
collectanten. Dat wordt weinig lol.
Een korte
toelichting betreffende Liefs specifieke afkeer. Als er iemand altijd bereidt
was te storten was zij het wel. Maar tijden veranderen en wie heeft er
tegenwoordig nog een beurs vol muntgeld? En trouwens, briefjes van vijf liggen
ook niet voor het oprapen. Het is makkelijker en logischer als ze met een
pinautomaat rondgaan. Kunnen ze die bussen niet leegroven ook, zoals onlangs de
KWF gebeurde.
Lief vind
het te shamefull om de portemonnee onderuit haar tas te rommelen en na
uitvoerig zoeken een muntje van twintig of vijftig eurocent te vinden en in de
betreffende bus te deponeren. Het schaamrood vliegt je toch naar de kaken? En
dan nog heel vriendelijk bedankt worden ook! Belachelijk, wat ons betreft. Dus
het is een volmondig ‘Nee’ geworden. Net
zo shamefull wat mij betreft, maar in elk geval duidelijk. Ik ben ook bereid
het uit te leggen, dus wie maakt me wat. Maar Lief krijgt een heftige
allergische reactie. Ze heeft een paar jaar gecollecteerd voor het Prinses
Beatrix Fonds. Dat was bij ons in de wijk. Steeds als ze haar belden van het
fonds, zei ze maar weer ‘ja’, tot haar
eigen ergernis. Het is geen collecteren, maar leuren aan de deuren, zo heeft ze
ervaren. Als het Leger des Heils haar dan ook verzoekt collectant te willen
worden, is ze bereid haarfijn uit te leggen wat de reden van haar weigering
behelst.
Dat wordt
weinig lol als het zo doorgaat. Eigenlijk heb ik er meteen de pee in. Mij
spreken ze trouwens nooit aan. Zeker niet als ik met Lief ben. Ik loop als een
soort debiel aanhangsel achter Lief aan. Ik houd me volslagen achterlijk en
loop dan ook met een gezicht rond van ‘ik heb geen idee waar het over gaat en
je kunt me maar beter niet aanspreken’.
Na het pad
met armlastige goede doelen komen we automatisch terecht in het Vakbondenpad.
Net zo vervelend. Krijgen we allerlei politieke vragen naar ons hoofd
geslingerd. Of het mij wat interesseert. Ik moet er niets van hebben. Temeer
omdat ze never nooit bereid zijn het standpunt van een ander te respecteren.
We hebben nu
beiden spijt van onze komst, ook al noemen we het niet aan elkaar. Is te
demotiverend. Na zo’n twintig minuten worden we veel minder aangesproken en
kunnen we wat rustiger rondkijken. Zo, dan eerst maar plassen, koffie en gratis
appeltaart. Erg lekker, die appeltaart. Dan nu maar eens kijken waar we echt
belangstelling voor hebben. We komen er ternauwernood achter waar we ons
bevinden, laat staan hoe we verder moeten gaan. Ik zie alleen maar gekleurde
vakjes. Ach we lopen de hallen maar rond en zien wel.
Struikelden
we eerst over de buggy’s en de kinderwagens, nu over boodschappenkarretjes,
rollators en stokken. Dat wisten we van tevoren en toch is het de moeite van
het opmerken waard! Net als de aanwezigheid van incontinentiemiddelen versus
luiers. Tena Lady in plaats van Pampers.
Er is teveel
om op te noemen, uiteraard. Ik begin ook niet aan een opsomming van zaken waar
ik niks mee heb. Overigens ben ik ook niet incontinent en heb ik net nog geen
rollator nodig. Dat terzijde.
Ah, een
‘veilige stand’, de NVVE. Daar stap ik meteen op af. Kijken of er nog nieuws
is. Ik krijg met een royaal gebaar de ‘laatstewilpil’. Een heel rolletje zelfs.
Meteen onderwerp van gesprek. Met gelijkgestemden praten is altijd leuk! Jammer
dat ze geen toepasselijke stickers hebben. Dan kon ik de Stichting promoten.
Er is
trouwens op de hele Beurs geen sticker of button te vinden. Die hype is
duidelijk voorbij. Balpennen zijn er nog altijd volop. Lief haalt ze overal
vandaan. Ik schaam me dood. Maar ze hebben bij de overblijf altijd gebrek aan
pennen, dus!
Intussen heb
ik al behoorlijk platte voeten en begin ik te wankelen. Ah…massageapparatuur.
Kijk, dat loopt goed. Of liever: zit goed! Voor ik in de gaten heb wat er
gebeurt zitten Lief en ik beiden in zo’n waanzinnig goedzittende massagestoel.
Ze worden voor ons aangezet. En de komende tien minuten gaan we heerlijk
relaxen. Nu zit ik toevallig aan het looppad en mensen schijnen de behoefte te
hebben mijn genotzalige uitstraling te verstoren door naast me te komen staan
en enigszins jaloers getinte opmerkingen te plaatsen. Of ik er meteen voor hen
uitspring, zodat zij ook even kunnen. Nou, mooi niet! Heerlijk zo’n massage. In
deze stand verkopen ze ook elektrische handmassage apparaten. We zijn verkocht
en kopen er een. Zo, dat is binnen.
Het volgende
dat ons trekt is een kraam van museum Het Dolhuys in Haarlem. Het nationaal
museum van de psychiatrie door de eeuwen heen. De stand trekt ons met een van
‘buitenaf’ tafereel. Een oude houten stoel achter een vensterbank rode
geraniums. Er hangt een camera voor het ‘venster’. Of ik op de foto wil, wordt
er aan mij gevraagd. Ja, leuk! Ik achter de geraniums. Eindelijk op mijn
plaats. De foto is vanaf vrijdag zestien september op de site van het museum te
bewonderen. Voor de geïnteresseerden volgt hier het website adres www.hetdolhuys.nl/nieuws
We gaan weer
verder en naderen de afdeling schoeisel. Overal zie ik inlegzooltjes en met die
zere voeten….En ja hoor, ik koop een paar. Goed dempend, lekker zacht. Zo, kan
ik nog wel een uur.
De
knutselafdeling. Leuk om te kijken. Er zijn zoveel mogelijkheden om kaarten te
maken. Echt mooi. Helaas heb ik die tijd al ver achter me gelaten. Wie moet ik
in vredesnaam een kaart sturen? Nee, dat laat ik lekker voor anderen.
Voor de
rijke ouderen onder ons, die er meer dan genoeg zijn, is er ook genoeg te zien
om geld aan uit te geven. Variërend van campers, wirlpools, sauna’s en
bestemmingen te over voor luxe, verre reizen. Wij gaan voorbij.
Bureaustoelen
trekken mijn aandacht. Wij hebben er nog een nodig. Ik ga zitten en val er
bijna meteen weer af. Dit is een heel bijzondere zit. Het is een kwestie van
actief zitten op een SpinaliS stoel en de zit lijkt alsof je op een
orthopedische bal zit. Geweldig. Helemaal mijn ding. Niet die van Lief. Die
houdt van een stevige ondergrond. Het zit super. Voortdurend je houding
corrigeren: houdt je soepel. Ik zit natuurlijk per ongeluk op het duurste
exemplaar. Daar hebben Prinsen een neus voor. Schrik niet, deze kost 2200 euro.
Ik moet er definitief afscheid van nemen. Zie ik ook eens wat, maar ik moet het
doen met mijn inlegzooltjes.
Wat ik op de
Beurs mis zijn producten voor overgangsverschijnselen. Dat moet toch wel aftrek
vinden, lijkt mij. Een overgangsconsulent zou op z’n plaats zijn. Maar
misschien heeft de ervaring geleerd, dat het gemiddelde publiek de overgang al
achter zich gelaten heeft.
Hierop
aansluitend, verwachtte ik ook de meest mooie waaiers te kunnen aanschaffen.
Het beste middel om opvliegers de baas te worden, maar… helaas.
Eigenlijk
ben ik het behoorlijk zat. Een normale stap is niet meer te zetten. Ik loop of
tegen mensen aan, of tegen tassen. Ik wiebel hoe langer hoe meer op een been in
afwachting van ruimte om mijn andere been neer te zetten. We gaan naar huis.
Maar op de terugweg ziet Lief nog van alles en kan zich maar moeilijk
lostrekken. De ene tas van het assortiment ‘lekker weg in eigen land’ na de
andere wordt op de valreep nog mee gegrist. Dat moet wel, want mijn geduld is
op.
Eenmaal
thuis natuurlijk lekker masseren. Het hele gezin blijkt er gek op te zijn.
Zoiets had ik al ingeschat. De volgende
ochtend ga ik door mijn rug. Nou ja, even kalm aan dan is het snel weer beter.
Al met al
best een geslaagd dagje uit, saampjes.
14 september 2011
Marianne