maandag 5 augustus 2013

Doe es...


Wie heeft er niet van gehoord? En wie heeft er niet op gereageerd? De  kranten staan er bol van. Alsof er geen volgende economische crisis meer dreigt.
Aanvankelijk dacht ik nog even dat het iets met Stichting Pandora van doen had. De plek voor een ieder die psychische problemen heeft of gehad heeft. De mensen die al wat langer in het circuit meedraaien zullen de Stichting wel (her)kennen. Het is al zo’n 48 jaar geleden, dat Pandora startte met voorlichting over mensen met psychische problemen.
Ik kwam ermee in aanraking rond 1983. Wat mij trok waren de posters die je overal zag opdoemen met zeer pakkende teksten, in de trant van ‘Ooit een normaal mens ontmoet?... en bevielt?’ Die tekst was gedrukt op een spiegelend oppervlak. Geweldig voor een jong volwassen psychisch gekneusd meisje, dat ik toen was. Ik schafte ze aan: de posters en stickers. Ophangen en weggeven, was mijn dringende behoefte. De volgende poster sloeg in als een bom. Bent u normaal? (zozo). Bent u eigenlijk wel helemaal normaal? (da’s vreemd). Zo, dus u bent helemaal normaal? (da’s gek). Ik dreigde acuut mijn psychische afwijkingen kwijt te raken. Het maakte me blij. Ook ik had ineens iets te zeggen, via Pandora dan. Overigens zijn de posters en stickers nog steeds te bestellen.
Dus toen ik de zin:Doe es normaal man hoorde, verwachtte ik dat er iets pakkends achteraan kwam in plaats van de echo van onze minister president. Nou ja, misschien een inspiratiebron voor de stichting.
Ik voel me overigens niet bij machte mijn mening rondom de woordkeuzes steekhoudend te formuleren en te ventileren. Eigenlijk vind ik het te onbenullig om er überhaupt iets van te vinden.
Maar het hele voorval vind ik wel grappig. Toen ik het de eerste keer zag en hoorde moest ik er om grinniken. Gewoon geinig. Grensverleggend. En dan al die reacties, heerlijk. Puur vermaak. Hoewel ik absoluut geen sensatie zoeker ben, vind ik dit toch aardig sensationeel. De meeste politici zijn onvervalste cabaretiers, naar mijn idee.
En die Rutte, doet breed lachend dezelfde duit in het zakje. Als je maar charmant blijft. Deed me een beetje denken aan de woorden van zijn voorganger: Ach mevrouw, u kijkt zo lief!. Ook zo’n komisch en veelbesproken uitspraak.
Laten we toch blij zijn met elkaar, eveneens heerlijk om te blijven herhalen. Ik geloof trouwens, dat we dat inmiddels helemaal niet meer zijn.
Die gekke Geert, met zijn Islamitische aapje, brengt toch wel een hoop teweeg in onze samenleving. Je moet wel waanzinnig sterk in je schoenen staan, om je zo tegendraads te kunnen profileren. Zonder blikken of blozen beledigt hij desnoods de hele Nederlandse samenleving en niet alleen de Nederlandse trouwens.
Eerlijk gezegd was ik niet bereid om aan hem te wennen, toen hij op de politieke vloer verscheen. Maar hoe langer hij bleef… en de aanhouder wint, tenslotte. Niet dat ik voor hem of zijn zienswijzen gevallen ben, maar ik moet schoorvoetend toegeven dat er soms wel iets in te vinden is. Wat dan ook.
Alleen dat haar! Zou dat ooit anders worden? Kan hij afstand doen van zijn imago als blonde god. Of wat wil hij ermee zeggen? Dat zou ik hem weleens willen vragen. Aangezien ik daar nooit of te nimmer de kans voor krijg of zelfs maar wil krijgen, zoek ik het op.
*Welingelichte Kringen wijdt er toevallig een artikeltje aan deze week. Het schijnt dat hij van moederskant af van een Nederlands-Indisch voorgeslacht stamt. Veel is er niet bekend over ’s mans familieachtergrond. Hij is zelf erg terughoudend en verdraaid soms zelfs de feiten. Waar ken ik dat van?
‘Het haar van Wilders is een politiek symptoom dat ten onrechte niet serieus wordt genomen’, aldus antropologe dr. Lizzy van Leeuwen. En wat weten we dan helemaal? Het volgende blijkbaar: Mochten zijn eigen allochtone roots nog duidelijk blijken uit zijn fysieke verschijning, zou zijn anti-islam houding minder geloofwaardig overkomen’.
Dat hij zo laf blijkt te zijn had ik niet gedacht. Het zal ook wel niet zo in elkaar steken, volgens hemzelf. Maar ja, hoe kom je daarachter? Ik verwacht een antwoord in de trant van:
Doe es normaal mens, ik houd gewoon van blond (maar ben het niet, lekker puh!)


24 september 2011
Marianne

Kansen


Iedereen kent ze wel. Die gebeurtenissen waar je vroeg of laat echt spijt van krijgt. Zolang je er nog iets aan kunt veranderen, doen!
Hoe ouder ik wordt, hoe meer ik twijfel aan de oprechtheid van de mens. In het bijzonder in beloftes die gemaakt worden. Daar vorm ikzelf geen uitzondering op. Ze zijn zo makkelijk te maken, beloftes. Op momenten van emotionele kwetsbaarheid voelen ze goed en oprecht. Maar er gevolg aan geven staat op een heel ander plan. Het moment kort na de belofte komt er al vaak een verandering in de intentie, het moment waarop je je emoties nog eens goed onderzoekt met een objectievere kijk. Eigenlijk bestaat alles uit aaneengeregen momenten die ergens uitkomen waar je ze lang niet altijd verwacht.
Ik heb er lering uit getrokken en breng mijn ‘beloftes’ genuanceerd. Het zijn geen lanceringen meer van stellige uitspraken. Kom ik beloftes niet na, dan komt dat als een boemerang terug en slaat in als een bom.
Drie dagen geleden kreeg ik er een terug. Pijnlijk. Ik ga mijn mogelijke reacties na en ontdek dat mijn eerder gemaakte belofte heel erg gemeend was. Er zijn geen excuses voor mijn nalatigheid. Daar moet ik iets in doen. Alsnog de belofte nakomen, kan niet. Het enige dat mij rest is er iets tegenover stellen. Niet als excuus, maar om te laten zien hoe oprecht ik het meen.
Peter en Anneke. We ontmoetten elkaar twintig jaar geleden op een rondreis door de schitterendste gebieden van Turkije. Waaronder uiteraard Pamukele en Cappadocië. In een woord fantastisch, mede door het gezelschap van Peter en Anneke. Wat voelden wij elkaar feilloos aan. Wat sloten onze kijk op de dingen, ons waarnemingsvermogen en humor op elkaar aan. Wat een plezier hadden we, ook stiekem om anderen in het gezelschap. Wat heb ik gelachen.
Ze woonden in Groningen, niet naast de deur, maar we namen ons vast voor elkaar weer te zien. Peter, net met pensioen had de nodige momenten in het jaar waarop hij het Westen bezocht. Anneke ging graag met hem mee. Zo stonden ze weleens onverwacht voor de deur. De bekende klik was er steeds. Ze kwamen nooit ongelegen, zo werkt dat met mensen waar je van houdt.
Wij bezochten hen ook een enkele keer. We hadden nog andere vrienden in Groningen, in Vlagtwedde. Daar logeerden we minstens twee maal per jaar en dat was een mooie gelegenheid om te combineren met een bezoekje aan Peter en Anneke. Onze kids waren inmiddels geboren en ons leven veranderde snel. Ze kwamen zelfs nog op kraambezoek na Teske’s geboorte. Uiteindelijk hadden we niets gemeenschappelijks meer. We zagen elkaar jaren niet meer net als onze oud-vrienden uit Vlagtwedde.
Toen ik twee jaar geleden een verrassingsfeest voor Lief organiseerde, nodigde ik ook Peter en Anneke uit. Wat zou Lief dat leuk vinden als ze kwamen, net als ik. Peter, inmiddels flink op leeftijd kwam het huis liever niet meer uit. Ze schreven een hele lieve mail en stuurden op de dag van Liefs’ feest een te gekke kaart. Een kaart, die alleen van hen kon komen.
Ik wilde ze zo graag nog eens zien toen het contact eenmaal opnieuw gelegd was, en beloofde hen binnen een half jaar te bezoeken. Onze ‘vrienden’ uit Vlagtwedde waren wel op het feest. Wat leuk, zo’n hernieuwd contact. Een doorstart, zeg maar.
Een half jaar later werden er concrete plannen gemaakt om naar Groningen te gaan. Een weekje in een huisje met als insteek onze vrienden van daaruit te bezoeken. De kids wilden niet en Lief en ik hadden serieuze gezondheidsproblemen. We gingen niet. Ook naderhand niet meer, helaas.
Peter overleed drie dagen terug. Viel, brak een paar nekwervels, raakte meteen in coma en weg was hij. Peter hield niet van poespas en stierf dan ook op zijn ‘eigen wijze’. Zo karakteristiek. Het was hem gegund. Een goed eind na een goed leven. Bijna een feestje waard.
Wat had ik een spijt, dat we elkaar niet meer ontmoetten. Over twee dagen is de crematieplechtigheid en condoleance. Ik wil erheen. Daar hoef ik geen seconde aan te twijfelen. Nog eenmaal in zijn sfeer verkeren, iets moois op zijn kist leggen en Anneke een paar dikke knuffels brengen. Wat fijn, dat ik deze kans nog krijg, dat ik hem zie, en weet aan te grijpen.


14 september 2011
Marianne