Toch wil ik niet dat Borderline
opnieuw de leidende kracht in mijn leven wordt. Het gedraagt zich als een zich
steeds muterend virus. Dat maakt me kwetsbaar.
Brein en ik moeten nieuwe
antistoffen aanmaken en die laten zich niet opjagen. Dat gaat traag. Ik loop
dus steeds een aantal passen achter. In de tussentijd heeft het monster nieuwe
trucs ontwikkeld om mij, als slachtoffer, in de rug aan te vallen. Onverwacht
en heftig.
Op het moment gebruikt hij mijn
dromen om mij duidelijk te maken wat hij van mij verwacht. Hij toont mij
schrikbeelden. Waarschuwingen voor de toekomst. Ik kan maar beter luisteren,
begrijp ik uit zijn dreigementen. Zo goed en zo kwaad als ik kan, probeer ik
hem te weerstaan. Hij heeft een langere adem, weet ik van eerder. Dus doe ik
mijn best mijn uithoudingsvermogen te vergroten.
Gisteren bijvoorbeeld. We kregen
bezoek. Twee ernstig gehandicapte vrienden kwamen een dagje. Dat kost toch wat
voorbereiding. Borderline gaf me hoofdpijn. Om als excuus te gebruiken onder
het bezoek uit te komen. Mezelf terug te trekken in mijn kamer. Slim van hem.
Vanaf het eerste moment weigerde ik
om erin mee te gaan. Ik nam paracetamol, vastbesloten me niet door deze zet van
Borderline te laten uitschakelen. Ik hield vol en Borderline moest op alle
fronten bakzeil halen.
En vanmorgen. Zwemmen geeft mij
Kracht. Niet alleen mijn spieren worden sterker, ook mijn autonomie. Een goed
instrument om Borderline te bestrijden.‘Bordeline, Jij gaat niet méér afbreuk doen aan de kwaliteit van mijn bestaan’, laat dat duidelijk zijn!
18 augustus 2011
Marianne
Geen opmerkingen:
Een reactie posten