Dierendag.
Een dag waarop ik mijn dierlijke huisgenoten nog al eens verwaarloos. Ik heb
vandaag eveneens een jarige zoon. Ja, en die komt boven de dieren (?)
Dus het
begint al in de ochtend. Een verlaat ontbijt voor de beesten. Gewoon niet aan
gedacht. Het ritueel rond het ontwaken van een jarige in ons gezin staat
centraal. Zingen, cadeautjes uitpakken op bed en vooral blij kijken, voor de
foto’s. En zoenen, als het lukt.
Toen mijn
zoon vier jaar werd wilde hij pertinent niet meer gezoend worden en een ander
zoenen? ‘Zo vies, al die oneigen lijfsgeuren’
Mocht een eigengereid familielid het
toch willen forceren tegen ons dringende advies in, dan dook hij er terecht steevast
voor weg. Daarop werd het alleen maar erger. Men veronderstelde dat hij een
grapje maakte. Arm kind. Gewoon niet serieus genomen. Hij moest nogal eens het
onderspit delven. Waarop ik zó boos
werd. Idiote betweterige volwassenen. Maar ik bleef natuurlijk vriendelijk
lachen. En in mijn slechte dagen trachtte ik hem zelfs weleens over te halen om
mee te werken. Grrr…
Nu, tien
jaar later begint hij over zijn weerzin heen te groeien. Overigens vormt
zuslief een uitzondering. Van haar verdraagt hij het al wat langer. Lief en ik
genieten nu van het zoenen van onze enige man in huis. Ik mis alleen dat jonge
bolle toetje nog steeds.
Na het
ritueel schiet iedereen weer in zijn dagelijkse patroon en wanneer mijn drie
gezinsleden het pand verlaten, zit ik doodgewoon weer in m’n uppie. Weliswaar met slingers om me heen, want het
blijft de hele dag feest. Joepie! Feestelijk voelen is er verder niet bij.
Het miepen van de cavia’s brengt mij terug in
het nu. Ach gossie, helemaal vergeten! Ik voel me lekker niet schuldig, want ‘het
is bij ons elke dag Dierendag’, zeg ik altijd. Een dagje minder kan geen kwaad.
Bovendien vertik ik het om me te laten opjutten door de commercie.
Zo, wat nu?
Visite verwacht ik niet, dus wat moet ik op zo’n dag. Terug naar bed, maar niet
te lang. Ik moet nog taart in huis halen en minimaal mijn haar wassen. Ik voel
me wel verplicht aan mijn zoon om er een beetje fatsoenlijk bij te lopen,
anders staat mijn gemeende glimlach als een vlag op een modderschuit.
Rond twaalf
uur is Lief alweer thuis. Ik ben net nog niet klaar. Maar goed, zij is niet
jarig! Hoe nu weer verder? Zoonlief heeft nog een uur les en Lief moet nog even
naar een andere verjaardag. Voor ik het goed en wel doorheb zit ik weer alleen.
Ik zit op visite te zijn in mijn eigen woonkamer. Dus even kijken of er wat te
chatten valt. Ja, dus. Nu kan ik in elk geval vertellen, dat mijn kind jarig
is.
Sinds kort
heb ik een webcam. Ingebouwd in mijn nieuwe laptop. Daar ontkom je blijkbaar
niet meer aan. Ik ga het eens uitproberen. Leuk om te zien met wie ik zit te
praten. Ik praat met lotgenoot 4543. Zij vindt het ook leuk en dat blijkt het
ook best te zijn. Goed beeld trouwens door zo’n nietig gaatje, dat schijnbaar
lukraak in het midden van de bovenrand is geplaatst. Ik laat haar onze
rijkelijk versierde woonkamer zien. Zo, toch iemand op visite.
Laat in de
middag is iedereen pas thuis. Taart eten, dus. Behalve dochterlief, want die
lust geen taart. Maar we zitten even gezellig bij elkaar. Tijd voor een goed
verhaal. De enige, die daarvoor in aanmerking komt is Lief. De Prinsen
stotteren maar wat en beginnen met de clou, of die blijft in het geheel uit.
Kortom, geen praters maar denkers.
Lief had
vandaag het voorrecht om klas vier te mogen overnemen van een zieke collega.
Het is een Protestants christelijke school, dus elke ochtend wordt er aandacht
besteed aan Levensbeschouwelijke zaken. Een bijbelvertelling met de naam ‘Kind
op Maandag’ staat hierbij centraal (op dinsdag en de rest van de week trouwens ook,
wonderlijk). Maar het hele geloof is
wonderlijk, lees maar verder. Het thema voor vandaag is Vertrouwen hebben in
God.
‘Stel je
voor, start Lief. Stel je voor dat je op een dag een boodschap hoort. Een
boodschap van God. En dat Hij je vraagt om al je spullen te pakken, je hele
huishouding bij elkaar te rapen, je hele familie te verzamelen en dan met alles
en iedereen te vertrekken naar een onbekend, ver land. Dat overkwam Abram. Nou
Tim, jij kan je vast wel voorstellen hoe dat voelt’. Tim is pas vanuit Canada
naar Nederland geëmigreerd en valt een beetje weg in de groep. Hij voelt zich
ineens erg belangrijk en begrijpt Abram wel.
‘Wat denken
jullie nu’, vervolgt Lief. ‘Wat zal God gezegd hebben toen hij dit aan Abram
vroeg?’ Het antwoord laat niet lang op zich wachten. Het luid:’Miep, miep,miep,
miep, miep’ ergens uit de klas. Inderdaad een meegebrachte cavia antwoord
spontaan. De hele klas inclusief Lief ligt in een deuk. Zo zie je maar: God kan
elk gewenste gedaante aannemen en omdat het toch Dierendag is…
4 oktober 2011
Marianne